
Kenmerken van plegers
Het zou niet nodig moeten zijn te noemen, maar toch... daders worden geen dader omdat hun slachtoffer vervelend is. Het grootste deel van de daders heeft een persoonlijkheidsstoornis (80-90%, bij een gemiddelde bevolking is dit 15-20%).
Het gaat hierbij vooral om 2 persoonlijkheidsstoornissen:
-
ASPD (antisociale persoonlijkheidsstoornis)
-
BPD (borderline persoonlijkheidsstoornis)
(Hart, Dutton en Newlove, 1993; Hamberger en Hastings, 1986)
Verder komt uit verschillende onderzoeken, dat er 3 verschillende typen daders zijn. De indeling in de onderzoeken verschilt iets, we noemen hier de indeling van Dutton (2000):
Dadertype 1: Het vermijdende type
Dadertype2: Het anti-sociale type
Dadertype 3: Het impulsieve type
Dadertype 1: Het vermijdende type
-
verborgen afhankelijkheid
-
hechtingstijl: bezorgd
-
sociaal wenselijk gedrag
-
overlap tussen agressie en alcoholgebruik
-
soms rijden onder invloed
-
vaak geïrriteerd
-
chronisch rancuneuze gevoelens (slachtofferrol, niet geliefd)
-
passief agressief
Dadertype 2: Het antisociale type
-
niet alleen binnenshuis, maar ook buitenshuis agressief
-
geschiedenis met antisociaal gedrag (bijv. inbraken, diefstallen)
-
accepteert geweld als iets 'normaals'
-
negatieve houding tegenover vrouwen (macho-gedrag)
-
hechtingstijl: teruggetrokken
-
vaak als kind zelf mishandeld
-
weinig inlevingsvermogen
-
bevindt zich vaak in (licht) crimineel circuit
-
antisociale of sadistische persoonlijkheidstoornis
Dadertype 3: Het impulsieve type
-
cyclische fases van geweld (zie ook geweldspiraal)
-
zeer jaloers
-
agressie alleen in de relatie
-
onveilig gehecht
-
depressie, stemmingswisselingen, woedeaanvallen uit angst
-
ambivalente gevoelens naar partner toe
-
borderline persoonlijkheidstoornis